Het universum.
Voor iedereen die wel eens hulpeloos op zoek is naar een pakketje.
Mijn goede voornemen in 2022 was om minder online te bestellen.
In het kader van "alle kleine beetjes helpen", "een betere wereld begint bij jezelf", "I'm starting with the man in the mirror - woew - I'm asking him to change his ways. And no message could have been any..." Ik geloof dat je 'm wel doorhebt. En één van mijn beetjes die ik wilde bijdragen aan het klimaatprobleem was minder bestelbusjes iets bij me laten afleveren. Vooral als ik het daarna weer terug moest sturen. En man, ik ging lekker! Met vlotte tred stapte ik de winkels weer binnen op zoek naar wat ik dan ook nodig had. Ik voelde de wereld bijna beter worden door deze genomen stap. En dat allemaal door mij.
Nu, twee jaar later, merk ik dat mijn goede voornemens een ietsepietsie zijn verwaterd. En dan heb ik het niet alleen over de niet snoepen en veel sporten goede voornemens. Ook mijn bestelvoornemen heb ik even geparkeerd. En ik had een klein seintje vanuit het universum nodig om me dat te beseffen. Die boodschap had het universum niet helemaal goed doorgekregen trouwens, want echt klein wil ik het seintje dat ik uiteindelijk kreeg niet noemen. Eerder een vloedgolf aan sirenes en alarmen die maar niet lijken te willen stoppen, totdat ik stop. Het begon allemaal met een speurtocht.
Nu ben ik best in voor spelletjes en een speurtocht op zijn tijd, begrijp me niet verkeerd. Wellicht heeft het universum ook dat signaal niet helemaal lekker geïnterpreteerd. We hebben nogal een moeizame relatie, het universum en ik. Eigenlijk werkt het zo: als ik op zoek ben naar een teken, dan komt het niet. Stilte. Totale radiostilte. Maar o wee als ik eens niet op zoek ben naar een signaal vanuit het universum. Dan komt het als een soort tsunami over me heen. Nu denken jullie misschien dat ik heel veeleisend ben als ik me tot het universum wend, maar niets is minder waar. Een flikkerende lamp is al voldoende. Of zoiets kleins als een appje. Dan is deze meid weer helemaal tevree. Maar goed, zelfs dat is teveel gevraagd. Anyway, het universum had op geheel eigen wijze weer een vloedgolf voor me in petto.
Nietsvermoedend keek ik op mijn telefoon. Mijn ogen begonnen te schitteren en de lachrimpels rond mijn ogen, die inmiddels ook als ik niet lach aanwezig zijn (note to self: opzoeken of het dan nog wel lachrimpels zijn) waren het resultaat van een mailtje. Mijn pakket was aangekomen! Precíés op tijd. Bijna huppelend verliet ik het kantoor: op naar mijn pakket. De teleurstelling die daarop volgde toen ik zag dat het pakket helemaal niet bezorgd was, zal ik jullie besparen. Wat wel volgde was een wekenlange zoektocht naar mijn pakket dat 'bij mijn buren' bezorgd zou zijn. Gelukkig woon ik in een appartement in Utrecht waar ik maar zo ongeveer een miljoen buren heb. Na wekenlang aanbellen, lief glimlachen en vragen of ze mijn pakketje gezien hadden, had ik nog steeds geen pakket. Op het dieptepunt van mijn speurtocht heb ik zo'n 50 noodkreten aan mijn buren uitgeprint met een smeekbede die eindigde met mijn telefoonnummer: of iemand me alsjeblieft wilde appen als hij of zij mijn pakketje had gevonden. Bedankt universum, heel lekker voor het milieu dit signaal. Gelukkig had dit milieuonvriendelijke initiatief wel het gewenste resultaat. Mijn pakket en ik konden elkaar eindelijk in de armen sluiten. Of in de kartonnen flappen, vanuit het perspectief van mijn pakket. En ze leefde nog lang en gelukkig.
Tot vandaag. Na een tijd van pakketjesgeheelonthouding, kon ik de verleiding toch weer niet weerstaan. En dat heb ik geweten. Met frisse moed begaf ik me richting pakketpunt (want toch duurzamer, denk ik?) om mijn nieuwste aanwinst in ontvangst te nemen. Eenmaal aangekomen, had de pakketpuntmeneer toch niet zoveel zin om pakketpuntmeneer te spelen. "Mevrouw, kom eens hierheen", zei hij op gebiedende wijs. Lichtelijk verbouwereerd liep ik naar hem toe. Of ik even zelf tussen de pakketjes wilde zoeken of het mijne erbij lag. Oké stamelend bekeek ik het overvolle rek dat voor mijn neus stond.
Poeh.
Nou.
Waar zou ik eens beginnen.
"Heb je hem al gevonden?"
"Nou, ik weet eigenlijk niet zo goed waar ik naar moet kijken."
Met een geërgerde blik kwam de pakketpuntmeneer naar me toe. Met een agressieve tik, wees hij een cijfer op de doos aan. "Huisnummer", kwam eruit.
O.
Ja.
Logisch.
Had ik natuurlijk kunnen weten.
Als ik pakketpuntmevrouw van beroep was geweest en niet een eenvoudige, onervaren, nietsvermoedende klant die zonder haar medeweten tot pakketpuntmevrouw was gebombardeerd.
Na enkele minuten verwoed zoeken, gaf ik het op. "Niet gevonden?", vraagt de pakketpuntmeneer. "Jammer, maar helaas. Daar kan ik niks aan doen. Fijne dag mevrouw."
Zonder pakket sjok ik naar buiten.
Boos staar ik naar de hemel.
Verdomd universum.
De boodschap is duidelijk.
Ik bestel nooit meer iets.
Comments